Bluh...
De intrinsieke motivatie, als het moet is het niet leuk meer
Stel je een hond voor die van nature graag apporteert. Een kind dat enthousiast een vel papier pakt en vrolijk begint te tekenen. Of een hondentrainer die een lezing bijwoont omdat het onderwerp hem of haar interesseert. Het zijn allemaal voorbeelden van activiteiten die plezierig zijn voor de hond, het kind en de trainer.
Stel je nu voor dat je de hond beloont met een stukje worst, het kind met een ijsje voor zijn mooie tekening, en de hondentrainer met een certificaat dat hem zijn nascholingspunten oplevert en aan de eisen van het keurmerk voldoet.
Nu wordt het interessant. De hond, het kind en de trainer kunnen hun focus verleggen naar dat stukje worst, dat ijsje of dat certificaat. Wat eerder een plezierige activiteit was die voldoening gaf, wordt nu een taak die in ruil voor een externe beloning wordt uitgevoerd. En als het stukje worst, het ijsje of het certificaat uitblijft, wordt het gedrag dat eerst nog als plezierig werd ervaren, een taak om een beloning te krijgen. De externe motivatie ondermijnt de interne motivatie van voorheen. Dit effect heet het overrechtvaardigingseffect.